Maand van de geschiedenis
Oktober is de Maand van de geschiedenis.
Dit jaar voert het spoor terug naar kruitdampen, hoefgetrappel, opruiende pamfletten en barricaden. Het thema is Opstand. In Limburg liggen de verhalen van opstanden voor het oprapen. Over verzet in de Tweede Wereldoorlog, veldslagen in de Tachtigjarige Oorlog en de genocide op hele volksstammen door de Romeinen. Maar wat vaak onderbelicht blijft is het leed van de gewone bevolking op het platteland in het verleden. Dat verhaal is maar zelden opgeschreven.
De angst die de dorpsbewoners gevoeld moeten hebben in onzekere tijden wordt duidelijk als je bij de Loobeek in het buitengebied van Merselo staat. Hier is een reconstructie gemaakt van een zogenoemde Boerenschans: een toevluchtsoord voor boeren en vee in tijden van oorlog. De schans is een open ruimte omgeven door een dubbele wal en een gracht. Ze bood bescherming tegen bendes die rondtrokken.
Ooit lagen dit soort toevluchtsoorden verspreid over het hele Limburgse platteland. Vooral tijdens de Tachtigjarige oorlog besloten dorpsbewoners schansen te bouwen. Ze waren een antwoord op de vele plunderingen van de soldaten die nogal eens geen soldij ontvingen. Theo Zeegers van de stichting Loobeek leidt mensen rond door de schans: “Van het lijden van gewone mensen is heel weinig van bekend. Ons doel is te laten zien dat dit soort vluchtplekken toen bestonden”.
Boerenschansen zijn in Nederland vooral in Limburg te vinden. Tijdens de Tachtigjarige oorlog bleef het hier lang onrustig en gevaarlijk op het platteland en dus bouwden boeren deze eenvoudige vluchtplekken. De boerenschansen werden aangelegd en betaald door de dorpelingen. Meestal in moerasgebieden waar het water al een bescherming bood.
Boerenschansen konden een veilige plek bieden tegen kleine bendes. Hoe vaak ze zijn gebruikt is onduidelijk, maar mensen vluchtten er wel degelijk naar toe. We weten dat er in 1658 brand uitbrak op de schans van Swartbroek, daar verbleven toen boeren met vee en in de kleine huisjes op de schans. Tegen grotere bendes hadden vluchtelingen op een boerenschans weinig verweer: zo werden de schansen van Stramproy in 1654 geplunderd en in brand gestoken.
Praktisch alle schansen zijn nu verdwenen. In Limburg zijn geen schansen meer over die nog intact zijn. Vooral in noord en midden Limburg lagen ze, zeker 40, maar misschien wel 80 zijn er ooit geweest. De meesten zijn in de vorige eeuw tijdens ruilverkavelingen en ontginningen geruimd. De best herkenbare schansen die nog zichtbaar zijn liggen in Laar en Boshoven bij Weert. Hoewel de wallen zijn verdwenen, bestaat op beide plaatsen de gracht nog. In Merselo staat nu dus een reconstructie die de komende jaren nog volmaakt gaat worden met heggen, een bortwering en een wachttoren.
foto en tekst: L1.
Theo Zeegers (links) en Jos Waals (rechts) van de stichting Loobeek bij de Boerenschans in Merselo